Denemarken kent ongeveer 406 eilanden, waarbij we de autonome gebieden Groenland en de Faeröer niet meetellen. Ca. 70 van deze 406 eilanden zijn bewoond.
De deense overheid heeft een definitie opgesteld voor een “eiland”: het moet omringd worden door minstens een halve meter natuurlijk water en eigen vegetatie hebben.
Grootste bewoonde eilandenden:
- Seeland
- Vendsyssel-Thy
- Funen
- Lolland
- Bornholm
- Falster
- Mors
- Als
- Langeland
- Møn
- Rømø
- Samsø
- Læsø
- Amager
- Ærø
- Tåsinge
- Fanø
- Fur
- Anholt
- Fejø
- Saltholm
- Orø
- Endelave
- Bogø
- Sejerø
- Femø
- Jegindø
- Mandø
- Thurø
- Alrø
- Agersø
- Venø
- Bågø
- Lyø
- Egholm
- Avernakø
- Aarø (Årø)
- Glænø
- Gavnø
- Strynø
- Nyord
- Omø
- Drejø
- Fænø
- Agerø
- Tunø
- Enø
- Livø
- Hjarnø
- Askø